Bussen

Een bus is een mechanische voertuig op wielen met een zelfstandige krachtbron, die voor het vervoer van passagiers is bestemd. Het idee van openbaar vervoer werd in 1801 in Engeland in stad Cambourne geimplementeerd. De eerste bus werd op de stroom tractie gecreerd door de uitvinder van de stoomlocomotief Richard Trevithick. Die kon acht passagiers dragen. Vreemd genoeg is het lot van bussen daarna met de ontwikkeling van elektrische motoren verbonden. Dus in 1886 werd de bus op de elektrische tractie gelanceerd in Londen, en in 1901 - in Rusland. Samen met de ontwikkeling van de autoindustrie, op basis van verbrandingsmotoren, verschijnt ook een soortgelijke bus. Die werd in Duitsland in de fabriek «Benz» gebouwd. De kapaciteit van de autobus was 8 passagiers . De indeling van de autobussen wordt door de beoogde bestemming daarvan uitgevoerd. Juist de bestemming bepaalt de vormgeving van de autobus. Het voornamste deel van de busvloot ter wereld van bussen behoort tot stadbussen. Ze zijn ingezet voor het vervoer door lijnen met vele halten. Deze machines moeten duurzaam, ruim, met brede deuren en verzamelplatform voor passagiers zijn, en ook ze moeten met leuningen uitgerust zijn. De kapaciteit kan tot 300 passagiers bedragen. Stadsbussen zijn voornamelijk uit een paar bestaandelen gebouwd, vanaf de hoofd carrosserie en een of twee wielen secties met soepele koppelingen tussen hen. Stadsbussen zijn gewoonlijk met een automatische versnellingsbak en remmen met versterkte remkracht uitgerust. Bijzondere aandacht vestigt men op veiligheid en comfort tijdens het instappen in de bus en uitstappen uit de bus. Bijvoorbeeld is de blokkering van de deuren voorzien, zodat de passagiers niet bekneld kunnen worden, en ook intrekbare hellingbanen of klemmingen voor rolstoelgebruikers. Pendelbussen zijn iets anders van de stadbussen. Ze hebben geen extra secties, deuren kunnen nauwer zijn, terwijl het aantal zitplaatsen is verhoogd . Net zoals stadsbussen, kunnen zij lage vloer hebben. Maar pendelbussen maken minder halten en hebben geen verzamelplatforms. Streekbussen zijn bestemd voor het personenvervoer over lange afstanden. Gezien het feit dat de halten tenminste elke 4 uren kunnen worden gemaakt, moeten bussen met comfortabele slaapstoelen, veiligheidssystemen, ventilatie, onboard WC, omvangrijke romp, en soms een kitchenette worden uitgerust. De kapaciteit van dergelijke bussen bedraagt maximaal 100 personen (voor dubbeldeksbussen). Een of andere manier behoren andere categorieën in termen van functionaliteit , kapaciteit, veiligheid tot drie of zelfs twee grote categorieën die hierboven zijn vermeld. Bijvoorbeeld bussen met verlaagde instapplatform zijn bestemd voor het personenvervoer van passagiers naar het vliegtuig . Niettemin zijn ze ontworpen als stadsbussen met een beetje gewijzigde kabine. Soms functioneren deze bussen zelfs onbemand. Af en toe, daar de route eenvoudig is, bestuurt de computer in plaats van de bestuurder met behulp van een satellietsysteem. Schoolbussen zijn seriële bussen met hoger veiligheidsniveau, riemen ,lichtsignaalinrichtingen, en uitrusting. Meestal worden daarvoor modellen van streekbussem gekozen. Bovendien worden ook speciale bussen ontworpen: terreinbussen, bussen voor het vervoer in de mijnen, bussen die door postdiensten worden gebruikt. Hun bouw hangt van de massa en belasting af. Zoals bij de trekkers zijn motor en transmissie de belangrijkste bestanddelen van een bus. Als motor of krachtbron in de bus kunnen oplaadbare banken, extra condesator-banken; diesel en gas aangedreven verbrandingsmotoren of externe voeding worden gebruikt. Dieselmotoren gebruikt men meest. In oude bussen gebruikt men benzinemotoren . Moderne bussen zijn ontworpen zodat gemengde voeding kan worden gebruikt. De milieuregelgeving en subsidies van een regering spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van het openbaar en bus vervoer . Hoe gestrenger de emissienormen voor gesloten stedelijke gebieden worden, hoe vaker worden de elektromotoren geïnstalleerd. Subsidies van de regering of andere behoodren helpen de bewerkingskosten van de bus te bespraren en meer milieuvriendelijke technologieën uit te voeren. Als regel zijn fabrikanten van vrachwagens en trekkers bij de procutie van bussen ook betrokken. Op dit gebied beheersen wereldwijd Mercedes-Benz, Volvo, Scania en MAN-Neoplan.